Leerproblemen

‘Ik ben niet eigenwijs. Ik doe het op mijn eigen wijze.’

Wat als het op school niet gaat, zoals het verwacht wordt?

Kinderen en jongeren willen graag gezien worden. Als het goed met ze gaat en ze zitten lekker in hun vel zitten, zijn ze ontspannen en zichzelf.
Als een kind zich niet veilig voelt krijgen we een heel ander kind te zien. Sommige kinderen trekken zich terug, maar veel meer kinderen gaan lawaai maken, harder praten of de clown uithangen. Ook zijn deze kinderen vaak sneller boos en geïrriteerd.

Het enige wat de omgeving ziet is het klierende, aandacht vragende kind wat de groep verstoord.
Met alle gevolgen van dien: apart zitten, tijdens pauze binnenblijven, nablijven, schorsing etc.
Op de basisschool uit zich dat vooral in concentratie-, emotie- en leerproblemen, waarbij regelmatig aan verschillende diagnoses, zoals ADHD, autisme, dyslexie wordt gedacht.
Iedere keer weer is het een strijd om deze kinderen naar school te krijgen en verzinnen zij van alles en nog wat om niet naar school te hoeven.

Op het voortgezet onderwijs weten kinderen vaak niet hoe zij moeten leren, waardoor zij in een neerwaartse spiraal van lage cijfers terecht komen. Dit zorgt voor faalangst en minder motivatie in de vakken die moeilijk gaan. De angst om het fout te doen en de gedachte dat het weer niet zal lukken, zorgt ervoor dat het leren moeilijker gaat. Het cijfer wordt zo nog lager. Afstromen naar een lager leerniveau wordt dan vaak besproken, terwijl dit niet nodig hoeft te zijn.

Wat ik jullie kan bieden.

In mijn praktijk werk ik met kinderen en pubers die op welke manier dan ook vastlopen met leren.
Of het nu is dat zij niet weten hoe zij moeten leren of dat zij niet passen binnen het systeem van de school maakt voor mij geen verschil.
Samen met jullie zoon of dochter en jullie als ouders ga ik kijken waar het misgaat op school. Dit kan gericht zijn op de lesstof, op het overzicht krijgen, geen concentratie hebben of zelfs een docent die jullie kind niet begrijpt.
Belangrijk om mee te nemen is vooral ook te kijken waar het wel goed. Door inzicht te krijgen in wat wel en niet lukt kunnen we echt aan het daadwerkelijke probleem werken.
Tijdens individuele coaching en begeleiding ga ik specifiek in op een bepaald probleem. Bijvoorbeeld, gedragsproblemen, concentratieproblemen, faalangst, plannen en leren etc.

Naast individuele coaching bied ik ook twee methodieken aan.
De Kernvisiemethode en de training Ik leer leren.

Onderaan de pagina een persoonlijk verhaal over mijn zoon en waarom ik mij zo hard maak voor kinderen met leerproblemen.

Kernvisie methode dyslectie leerproblemen

De Kernvisie methode
Is het een gevoelig kind wat veel wegdroomt in de klas, wat lijkt de stof niet op te pakken, terwijl je als ouder voelt dat er meer inzit? Dan kan het zijn dat je zoon of dochter visueel (beeldend) is ingesteld en een rechts georiënteerde leerstijl heeft. Dit staat lijnrecht op de manier van leren hoe deze op school wordt aangeboden. Deze rechts georiënteerde leerstijl wordt vaak verward met dyslexie, alleen scoren de kinderen vaak net te hoog om een dyslexieverklaring te krijgen.
De Kernvisie methode is een methode die visuele kinderen leert op welke manier zij het beste de lesstof kunnen oppakken, waardoor zij ervaren dat zij wel kunnen leren en het zelfvertrouwen toeneemt. De Kernvisie methode pakt niet alleen taal en spelling aan, maar ook rekenen, klokkijken, begrijpend lezen en andere schoolvakken.

Ik leer leren

Gaat het vooral om leren leren op het voortgezet onderwijs, dan kan de training Ik leer leren uitkomst bieden.
Tijdens de training Ik leer leren leren pubers hun eigen leerstrategie ontdekken en gaan zij aan de slag met: plannen en organiseren, concentratie, faalangst, motivatie en hun eigen leerstijl.


Bij alle vormen van coaching die ik geef, ben jij als ouder een belangrijke schakel. Zonder jullie als ouders komt het kind niet verder.

Persoonlijk verhaal:
Wat mijn oudste zoon heeft meegemaakt gun ik niet één ander kind.
Een pientere, vrolijke peuter die al vroeg in de problemen kwam doordat hij een groot rechtvaardigheidsgevoel had. Zijn juf was vooral met de ouders bezig die binnenkwamen en zag de peuters weinig. Wat resulteerde in een verwijzing naar een medisch kinderdagverblijf op het moment dat wij gingen verhuizen. Hij zou autisme hebben. Door gesprek op de nieuwe peuterspeelzaal, mocht hij daar toch komen. Op de basisschool werd in groep 1/2 van hem verwacht, vanuit een nieuw leersysteem, dat hij iedere ochtend opnieuw uit 18 verschillende werkjes mocht kiezen. Dit werkte niet, hij vond teveel leuk en wilde graag alles waardoor hij niet graag wilde kiezen. Want…. als je het eeen kies, kun je niet iets anders kiezen. Hij koos hierdoor vaak niets….. waardoor hij gezien werd als een kind (van 4/5 jaar) wat geen motivatie had. Het liep niet op deze school. Wij als ouders zagen dat het een pienter kind was, alleen op school kwam dit er niet uit. Een IQ-test volgde en wij hoorde dat hij hoogbegaafd was. De school waar hij zat liet dit vooral naar buiten horen (Wij hebben hoogbegaafde kinderen op school), maar in begeleiding gebeurde er niets. Een overstap naar een andere school volgde. Hier lukte het lezen niet en weer kreeg hij te horen dat hij lui was en niets wilde doen. Totdat hij getest werd op dyslexie. Hij was en hoogbegaafd en had dyslexie, geen fijne combinatie en dat is nog licht uitgedrukt. De druk die onze zoon steeds gevoeld had was voor hem omgeslagen door niet meer slim te willen zijn en hier deed hij alles voor. Leerkrachten kregen alleen maar steeds meer last van hem, zonder dat ze met hem in gesprek gingen. De overstap naar Hoogbegaafd onderwijs (groep 7) volgde, samen met zijn broertje, waarbij wij hoopten op verbetering. Ook hier liep het niet lekker. Het stukje faalangst en onzekerheid liet hij zien in de juf uitproberen of zij voor hem wel veilig genoeg was. Dit was zij niet, ze deed iets anders dan dat ze zei en ondanks dat ze daar aangaven dat ze wilde dat kinderen sociaal en emotioneel groeide, ging mijn zoon steeds verder onderuit. Hij ging halverwege groep 8 terug naar de school waar het best oké ging en waar hij af was gegaan omdat hij daar niets meer te leren had. Dit was een moment van rust, een stukje voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Het eerste jaar in de HAVO was een verademing. Zijn mentor was een duidelijke en vooral rechtvaardige man, waar hij zich veilig voelde en hierdoor de rust kreeg om het leren op te pakken. Dit veranderde in de 2e. Mijn zoon had nooit hoeven leren, waardoor hij nu naast een mentor die vooral vanuit zijn machtspositie lesgaf, ook in de knoop kwam met de lesstof. Hij wilde niet slim zijn, maar wilde ook niets aan schoolwerk doen. Naar de MAVO wilde hij ook niet. Hij kwam regelmatig te laat, waardoor de leerplichtambtenaar erbij moest komen. Hij ging in discussie met docenten, wat hem niet in dank afgenomen werd.
Ik zat op een gegeven moment vaker op school dan dat ik mijn vrienden zag. Mijn zoon bleef zitten in de derde klas. Aan het eind van de derde vroeg hij zelf of hij naar een andere school mocht. Hij wilde een nieuwe start maken. De vierde startte hij op een andere school, het was niet makkelijk en ook daar bleef hij zitten. Wel kreeg hij de kans op het opnieuw te proberen. Halverwege HAVO 4 ging er iets om in zijn hoofd. Hij liet zich niet meer onderuit halen, durfde zichzelf te laten zien en wilde voor zijn examen gaan. Eindelijk, na zeven jaar, heeft hij zijn HAVO-examen gehaald. Hij is trots op zijn diploma, heeft hem zelfs in zijn kamer hangen en gaat met heel veel plezier en verantwoordelijkheidsgevoel naar het HBO.

Als ik op dat moment wist wat ik nu door opleidingen en trainingen allemaal had geweten, zou er een deel van het leed bij mij zoon bespaart zijn gebleven. Had ik hem kunnen begeleiden en coachen, waardoor hij meer zelfvertrouwen kreeg en wist hoe hij kon leren. Ook al weet ik dat dat bij eigen kinderen echt niet altijd even makkelijk gaat.
Het verhaal van mijn oudste zoon heeft ervoor gezorgd dat ik, met net zo’n groot rechtvaardigheidsgevoel, wil voorkomen dat dit ook bij andere kinderen gebeurt en hiervoor wil gaan door niet naar het gedrag van het kind te kijken, maar wil ontdekken wat maakt dat het kind dit gedrag vertoont. Dat ik met leerkrachten of ouders niet over het kind wil praten, maar met het kind. Die vaak heel duidelijk kan aangeven wat er gebeurt.
Dit heeft er bij mij voor gezorgd dat ik 5 jaar geleden de opleiding tot kinder/jongerencoach ben gaan doen en daarbij ook ‘leerproblemen’ aan wil pakken. Het is vaak het systeem (de school, de lesstof) waardoor het niet goed gaat op school. Alleen als een kind een andere manier van leren heeft werkt dat niet, het werkt juist tegen met alle gevolgen van dien.
Daarnaast is dit ook de reden dat ik mij hard maak voor deze kinderen. Ze hebben zeker wat te leren, alleen zijn wij de volwassenen die hen daarin moeten helpen en ondersteunen.